Goed. Zo zit ik aan. Bij een diner. In de oranjerie van een landgoed. Er wordt mij met tussenpozen een voorafje, een hoofdgerecht en een toetje voorgeschoteld. Druk in gesprek met disgenoten stel ik veel te laat de hamvraag: ‘Wat eten we eigenlijk?’
Node mis ik de kaart met opgesomde gerechten. Blijkbaar ben ik meer een lettervreter. Veel te weinig vertrouw ik op mijn tong en gevoel. Denken en snappen heeft de overhand waardoor ik vergeet te proeven. Te veel waarde hecht ik aan woorden, zwart op wit, in plaats van te durven vertrouwen op mijn smaakzin.
zondag 30 november 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Toch wel aardig, dat er toch nog iemand is te vinden die u te eten vraagt. Nu alleen nog leren dat te weten waarderen.
Zo, heer Blootmenu, lekker gegeten? Maar u weet niet wat? De gevoeligheid van uw smaakpapillen is duidelijk omgekeerd evenredig aan de gevoeligheid van uw netvlies. Grappig, want ze zitten beide in hetzelfde blote hoofd.
Een reactie posten