dinsdag 30 juni 2009

Slaap



In slaap vallen in de trein, en in Maastricht wakker worden, dat lijkt me wel wat.

maandag 29 juni 2009

Kijken



Nu weet ik hoe het is als je met koeienogen bent aangekeken.

zondag 28 juni 2009

Hop



Eén van de genoegens van het buitengebied is om vrij te zijn van medemensen. En dieren te ontmoeten. Die achter een hek op een kluitje staan. En daarmee overeenkomst vertonen met onze eigen soort. Dat werpt een schaduw over het beestenspul. Zo blijf je aan de gang en is er sprake van het paard achter de wagen spannen.

zaterdag 27 juni 2009

Stroom














Hier geldt de vaart der volkeren. Stilstand is immers achteruitgang. Trouwens, waar moet je stilstaan? De rijbaan kent geen berm maar hoge betonnen randen. Even uitwijken of zomaar ergens parkeren is uit ten boze. Op afwijken van het gebaande pad is niet gerekend. Voor voetgangers lijkt helemaal geen plaats bij de Langerakbaan. Een fietspad kruist de verkeersweg. Een punt waar fietsers heel goed uit hun doppen moeten kijken, om te voorkomen dat ze voor de sokken gereden worden. Het verkeer raast, sjeest en zoeft voorbij. De mensen achter het stuur verblikken of blozen niet.
‘Ruim baan voor mij’, luidt de boodschap zodra ze hun weg vinden op de banen en assen van asfalt die hun biotoop doorkruisen.
‘Aan de kant.’
In zekere zin verblikken de mensen wel. Ze vreten kilometers en doen het niet voor minder. Tussen de wielen wonen ze, en dragen met verve uit: ‘Blij dat ik rij.’
In de nabijgelegen 30 kilometerzones waant de wandelaar zich veilig. De toevallig passerende eenling mag zich enkel vertonen in daartoe aangewezen gebied. Voor de rest is alles berekend op de stroom van de massa.

vrijdag 26 juni 2009

Loopje

Een loopje nemen. Met de waarheid. Dat doen we allemaal wel eens. Als je een koning bent worden je loopjes scherp in de gaten gehouden. Dan is de waarheid hard en onverbiddelijk. Iedereen weet het ineens beter, wie je bent, wat je deed, wat je naliet. De menigte gaat jouw gangen na alsof het hun eigen gangen zijn.
Doe de rechter hiel omhoog, sleep de linkervoet naar achteren, doe de rechter hiel omlaag, en je linker hiel omhoog, sleep de rechtervoet naar achteren. Beweeg de armen zoals ze ook bewegen als er vooruit gelopen wordt, beweeg de nek van voren naar achter.
Herhaal het bovenstaande. Zoals de koning vele malen herhaalt en herinnert wordt.
De koning beweegt voort. Hij wist heus wel beter en al heeft hij nooit van Multatuli gehoord is hij het roerend eens met de zin:
'Vanaf de maan gezien zijn we allemaal even groot'.

donderdag 25 juni 2009

Knien


Vorige week maandagavond bracht ik een bezoek aan vriend Marcus in Maastricht. We aten in café Sjiek aan de Sint Pieterstraat. Al het personeel, de vrouwelijke Vlaamse chef incluis, kent hem en daarom was het onthaal allerhartelijkst. Veel wijnhandelaren en restauranteigenaren bezoeken Café Sjiek.
Eerst haring met een glaasje ijskoude Akwavit, daarna asperges met truffelolie en brokkelkaas, gevolgd door Knien in ’t Zoer oftewel konijnstoverij met gedroogde pruimen. Daar dronken we een mooie wijn bij, een Riesling. Achteraf espresso met grappa van chardonnay.
Wat kan het leven goed zijn. Op een maandagavond in Maastricht.
De volgende morgen om zeven uur zag ik op weg naar het station de Servaasbrug liggen. Met dagblad De Limburger ging ik de trein in. In een familiebericht las ik in onvervalst pseudo-Duits: 'Es ich murrrege umval kin iech zegge ich höb genoten vaan ut leven'.
Zo is het maar net.
Om 09.30 uur zat ik weer achter de PC op mijn werk... Het kan verkeren.

Op de foto poseert Mike achter de grappa.

http://www.cafesjiek.nl/

woensdag 24 juni 2009

Knokenhuis 2.0

Het internet geeft de dood een gezicht. In woord en beeld, zelfs bewegend. Of het nu gaat om een demonstrant in Teheran of een architect in eigen land. Terwijl intimi de overledene de laatste eer bewijzen ligt de doopceel van een betreurde voor het digitale oprapen ten overstaan van Jan en alleman. Je kunt bijkans het ganse knokenhuis Google-en. Alle levenstekens staan keurig op een rij. Een laatste reactie, inclusief mobiele telefoonnummer, op een verenigingssite, proeven van bekwaamheid, foto’s en het LinkedIn-profiel. Voor ik het weet ben ik een directe connectie van Magere Hein… Zelfs na het uitblazen van de laatste adem blijft de mens online actief. Aan de hemelpoort ontbreekt een almachtige moderator of administrator die met één druk op de knop al mijn gegevens wist.
Op internet blijf je leven of juist doodgaan. Het wereldwijde web geeft zelfs de eenvoudige sterveling voor eeuwig bestaansrecht. Als platgereden dieren zullen velen achterblijven op de digitale snelweg. Een verzameling bits en bites herinnert als virtuele resten aan hen die ons ontvallen. Kadavers opgebouwd uit enen en nullen die weliswaar de gieren trotseren maar waaraan op den duur de levenden met 2Mbps aan voorbij snellen.

dinsdag 23 juni 2009

Agenda

Bij het lezen
van oude schoolagenda's
uit de late puberjaren
springen avond aan
avond de afspraken
in het oog

Willem kwam langs
Peggy kwam langs
Hella kwam langs
Friso kwam langs
Jean Ton kwam langs
John kwam langs
Ronald kwam langs

Partijtje hier, festival daar
en altijd ruimte
voor een biertje

Mijn vader repte van
sociale terreur
Mijn moeder vroeg
'En je huiswerk dan?'
'Dat is allang af mam'.

Maar wanneer ik
aan het leren was
is me momenteel
ontschoten

maandag 22 juni 2009

Genoeg

Als je een roman leest zijn die teksten soms genoeg. Wat valt er aan toe te voegen? Vandaag leen ik woorden, zoals ik elke dag woorden leen uit mijn moedertaal. Maar in dit geval plagieer ik ze van een Franse auteur, vertaald door Martin de Haan.

'De verlangens tot een ondraaglijk niveau opzwepen en de verwezenlijking ervan steeds onmogelijker maken, dat was het principe waarop de westerse samenleving berustte.'

aldus, Michel Houellebecq in Mogelijkheid van een eiland. Het is slechts één zin, in mijn versie (derde druk, paperback, Uitgeverij De Arbeiderspers, januari 2008) die boekdelen spreekt. Zo staan er nog een paar in. En ik ben nog maar op bladzijde 75 (van de 417 in totaal).

zondag 21 juni 2009

Sokken

Vandaag is het de derde zondag in juni. De dag waarop vaders cadeau's krijgen. Om ze te eren voor hun verdiensten in het aloude ambacht van vaderschapsbeoefening. Daarom ontvangen ze dassen, sokken en sigaren. En op de basisschool vervaardigde knutsels.
Het is een dag die een man zijn hele leven viert. Eerst als zoon, dan als vader. Zelfs kinderloos wordt je geconfronteerd met Vaderdag. In reclamedrukwerk, op televisie en billboards. Er is geen ontkomen aan. Vaderdag nadert, en dat zullen we weten ook. Alsof je leven zonder kinderen onvolledig is en je behoort tot de mindere Goden, zonder zoon. Of dochter. En hoe kom je zonder nageslacht aan dassen, sokken en sigaren?
Vaderdag is eigenlijk een hele christelijke en moraliserende dag. In de tien geboden staat geschreven: 'Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal.' Met als Joodse variant: 'Eert uw vader en uw moeder.'
Tsja. Eren en geëerd worden, dat is de bedoeling. Afgezien van vadermoord hier of daar lukt dit best aardig.

zaterdag 20 juni 2009

Uitgevlogen



De dode mus voor de achterdeur verwelkomt mij aan het begin van deze nieuwe dag. Elke confrontatie met de dood, hoe bescheiden ook, doet me huiveren. Zeker 's morgens vroeg, op de nuchtere maag.
Zonder forensisch onderzoek gis ik naar de doodsoorzaak. Van het dak gevallen? Tegen het raam gevlogen? Door rode kater Toby, de schrik van de buurt, te grazen genomen? Of slachtoffer van ander kattenkwaad misschien, zoals dierenmishandeling door wrede jongeren?
Een overbodig sporenonderzoek zal leiden naar het leven dat muslief verliet. Ach, aan het resultaat verandert het hoegenaamd niets. De mus is dood.
Voor dit gevogelte zaliger werd mijn achtertuin de laatste rustplaats. Wellicht een verlossing voor het arme beestje. Eindelijk vogelvrij. Maar niet voor niets gestorven want op deze plaats verschijnt de laatste foto als ode aan de dode mus. We missen hem (of haar?) node.
Rust zacht. Adieu.

vrijdag 19 juni 2009

Afgemeten (3)



Wie ben ik om Vinexwijkbewoners hun woongenot te misgunnen? In artikel 25 van de Universele verklaring van de rechten van de mens staat immers geschreven:

‘Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding, huisvesting enzovoorts, enzovoorts.’

Een eigen huis, een plek onder de zon, is goud waard. Ten minste, als je de makelaars, bankiers en hypotheekadviseurs mag geloven. Wonen is behalve een recht vooral ook business. Zelf was ik ooit aspirant Vinexbewoner. Zo stond ik begin 2000 op de lijst van de projectontwikkelaar voor een woning van het type Nijenrode. Het heette voorinschrijving te zijn die naarmate de tijd vorderde meer en meer een echte inschrijving werd. Het aantal brieven en telefoontjes van de vastgoedonderneming nam toe.
De lichte drive-inn-woning met veel glas, een vide, de mogelijkheid voor een dakopbouw met het aanzien van een penthouse, wekte onze belangstelling. Grote enveloppen met prachtig vormgegeven brochures pasten nauwelijks in de brievenbus. De woningen op de artist impression imponeerden ons. De maquette ook, die we op een voorlichtingsdag mochten bezichtigen. Wat we in de beoogde straat zagen was een voormalig weiland met hoog gras dat bouwkavel werd genoemd.
Het is lastig om een huis te kopen op basis van een kleurplaat en de Madurodam-uitvoering. Tonnen neertellen voor iets dat er nog niet is lijkt tricky. Want wat heb je dan? Als het ooit afkomt een instapmodel waar nog alles aan moet gebeuren. De plaatsen van de wateraansluiting en de elektriciteit op de bouwtekening waren zo onhandig gekozen dat er opzet in het spel leek. Immers, hoe onhandiger de plaats, hoe meer klussen en beunen met de daarmee gepaarde gang naar bouwmarkten. Of beter nog, hoe meer aannemers, loodgieters en elektriciens aan de slag kunnen. Allemaal doorgestoken kaart denk ik dan als afhankelijke leek met twee linkerhanden.
Jaren na de oplevering zijn we eens gaan kijken. We schrokken van de dichtbebouwde omgeving, de weinige parkeerplaatsen en de krappe ruimte in de straat. De ruime opzet van de artist impression was ver te zoeken.
Bij een makelaar staat zo’n type woning momenteel aangeprezen als ‘een onder architectuur gebouwd royaal herenhuis met een bijzondere uitstraling door het gebruik van duurzame materialen zoals geglazuurde bakstenen en red cederhout.’
Zo had ik aan de Schoenlappervlinder in Parkwijk kunnen wonen, vlakbij het Prinses Amaliapark, ware het niet dat ik domicilie koos in een ‘ruime, goed onderhouden tussenwoning’ in een dorp ver weg van de Vinexwijken. En dat in de top dertig staat van het jaarlijkse Elsevier-onderzoek naar beste woongemeenten waarin Vinex verzuimt te scoren.

donderdag 18 juni 2009

Afgemeten (2)


Ineens was die weg. De weg, waar ik ‘s ochtends nog overheen had gefietst. Er lag een hoop zand. Te voet, met de fiets aan de hand trotseerde ik de gewijzigde situatie. Zoals de biotoop van mijn jeugd continu wijzigt. Steeds sneller en ingrijpender. De gele, zwartomrande borden met de tekst ‘situatie gewijzigd’ maken korte metten met de illusie dat alles bij het oude blijft. In de vorm van een fluorescerend rouwbericht. De verplichte uithangborden die verhullen dat vernieuwing verwoestend kan zijn. In de grootschalige Vinex-wijk schreeuwen ze het van de nieuwe daken. De groeipijn is tot in de diepste vezel voelbaar. Het landelijke decor van mijn kindertijd maakt in moordend tempo plaats voor een verdichte stad. Achteraf bezien een voorrecht dat ik jarenlang onder de rook van de stad mocht genieten van het ‘buiten’ wonen waarmee de firma List en bedrog nu adverteert. Het ‘buiten’ is voorgoed verdwenen. Waar vroeger weiland lag en koeien graasden is het zoveelste bouwproject gerealiseerd. Met klinkende namen als Overtuin, Hoge Weide, Eilandenrijk en Parkwijk. Hoe durft men… Zelf zou ik schaamtevol wegkruipen in plaats van zulke onzin te verkopen maar vluchten kan niet meer. Er is geen keuze. Het hazenpad is gecultiveerd tot een verwaarloosbaar percentage recreatieperceel. Om joggers door de hondenpoep te kunnen laten rennen.
De macht van het getal krijgt hier haar opstal. Alle geluk van de wereld geconcentreerd in één stadsdeel. Hoop en voorspoed vereeuwigd in huizenbouw. Een planologische eruptie die pas voorbij is als het leven van tachtigduizend inwoners zich afspeelt op vijf bij vijf kilometer…
Hoezeer ze het Vinex-paradijs bejubelen, wethouders blijven wonen in hun huizen op stand in de bestaande stad. Af en toe wagen ze oversteek om gelukzoekers politiek correct geluk te wensen.
Ondertussen vervolg ik mijn weg. Over het nieuwe asfalt waaronder mijn jonge jaren begraven liggen.

woensdag 17 juni 2009

Afgemeten



Bijna zou je vergeten dat Leidsche Rijn de naam is van een riviertje in de provincie Utrecht. Een overblijfsel van de vroegere loop van de Rijn. Als ik via Google zoek naar Leidsche Rijn volgen voornamelijk resultaten op het gebied van wonen en nieuwbouw. En wijkinformatie, verwijzingen naar websites van de hondensportvereniging en de dierenkliniek, noem maar op. Allemaal met Leidsche Rijn in de naam.
Het provinciale riviertje is in de verdrukking gekomen sinds de ruimte er omheen extra geordend werd. Op gezag van bestuurders en planologen is achter de tekentafel bedacht hoe de nieuwe bewoners voortaan leven, denken en doen. Tot en met de rijrichting naar een exact afgemeten ‘kindercluster’ aan toe.
Zoals vroeger steden vanzelf groeiden wordt het toeval hier angstvallig vermeden. Met in het achterhoofd de ouderwetse ruilverkaveling is landjepik gespeeld. Zo ontstond een uit de hand gelopen volkstuinencomplex in modern jasje.
“O ja, daar tegen het voetbalveld aan is nog een strook grond vrij. Er kunnen met gemak twee herenhuizen op.”, zegt de ene ontwikkelaar tegen de andere. Als je de achterdeur opendoet kukel je pardoes in de sloot. Voor een tuin is geen plaats meer maar wat maakt het uit. Het herenhuis ligt namelijk in het Leidsche Rijn Park. Dat trouwens voor een groot deel bestaat uit sportcomplexen. Want kunstgras is ook groen en vier voetbalvelden suggereren vanzelf al een zekere uitgestrektheid.
In Leidsche Rijn staat de groeiende bevolking letterlijk tegen de muur. En wel tegen de muur van de woning van de buren. Hier telt dat je woont en niet waar je woont. De ‘fraaie, stijlvolle, karakteristieke, unieke’ huizen zouden net zo goed in Hoofddorp of Houten kunnen staan. Maar de tevredenheid straalt er vanaf. Men heeft een dak boven het hoofd en bivakkeert hutje mutje op goed geluk in een getto waar gezelligheid een tijdbom is.
De welvaart barst welhaast uit z’n voegen.


dinsdag 16 juni 2009

Taal



De Departement of Clinical Psychological Science van Maastricht University krijgt een opknapbeurt. Als Hollander verstond ik de voertaal in de stad nauwelijks. Aan de Universiteitssingel spreken ze gelukkig een aardig woordje Engels. Kan ik me toch nog redden. Anders druk ik me ferm uit in de taal van het zwijgen.

maandag 15 juni 2009

Vertrouwd














Te laat voor de toespraak door burgemeester Job Cohen, met daarin fragmenten uit Het geluk van de brug, een bundeling van de columns van Kees Fens voor het maandblad van het Genootschap Amstelodamum, en net te laat voor de onthulling van de naamplaquette. Maar wel vlak daarna op de brug.
Dus één van de eerste mensen die over de brug over de Keizersgracht tussen de Hartenstraat en de Reestraat liep die voortaan Kees Fensbrug heet. De plaquette ziet eruit alsof deze al jaren aan de balustrade is bevestigd. Met zijn blik uit het raam van zijn appartement aan de Keizersgracht heeft de literatuurcriticus zich de brug allang eigen gemaakt. Dat de brug naar hem vernoemd is, klinkt direct vertrouwd.
Ook al is Kees Fens een jaar dood, vergeten doet men hem niet. De brug stond vol met familie, vrienden en andere belangstellenden. Velen missen de schrijver van de wekelijkse essay. Onder het kopje In het voorbijgaan in de Volkskrant op donderdag. Vaste plaats, vaste prik.
De naam van Kees Fens gaat nooit meer voorbij. Voortaan gaan de mensen voorbij. Per fiets, te voet of in een taxi. Toeristen fotograferen, verliefde stelletjes zoenen en provincialen passeren maar zijn naam blijft voor altijd hangen. Weer een vaste plaats waarvan velen zullen genieten.

zondag 14 juni 2009

Been

Op zoek naar de betekenis van het woord Blurb in de Dikke van Dale viel mijn oog op Bloothooi. Blurb was een onregelmatig verschijnend tijdschrift in 1950-1951 onder redactie van Simon Vinkenoog. Zelf wilde ik ook een onregelmatig verschijnend blaadje uitgeven. Bloothooi leek me een passende titel. Na twee nummers op papier werd Bloothooi een dagelijks ververste weblog.

Van tijd tot tijd bezoek ik de webstek van Simon Vinkenoog. Op een foto bij de berichten eind mei valt mij de wandelstok naast de dichter op. Wat is de reden dat een weliswaar broze maar bovenal taaie, levenslustige man zo'n hulpmiddel nodig heeft? Pen, papier, boeken en, vooruit, een notebook zijn vertrouwde hulpmiddelen van de tachtigjarige levenskunstenaar. Hij heeft toch geen wandelstok nodig.
In het bericht van vrijdag 12 juni schrijft zijn vrouw Edith Ringnalde: 'Always expect the unexpected. We waren op het ergste voorbereid, maar niet op de mogelijkheid dat Simon woensdag 10 juni meteen in het ziekenhuis moest blijven. Hij is niet ernstig ziek - de Spirit is high - maar hem staat wèl een ernstige operatie te wachten. Misschien zal hij tenen moeten missen, een voet, een half of een heel been.'
De oorzaak is iets met de vaten dat hem veel pijn bezorgt. Simon Vinkenoog loopt op zijn laatste benen, valt mij in. Hij ziet er geen been meer in. Te makkelijk gedacht. Voor schrijven, dichten en declameren en om een bijzonder mens te zijn, hoef je niet per se te beschikken over een volledig bewegingsapparaat. Lang zal hij leven. Het liefst compleet met alle tenen en benen. Vol goede moed wacht ik nieuwe berichten over zijn toestand af. Kort geleden schreef Vinkenoog op zijn webstek:
'Ik ben blij al decennia een MOED-denker te zijn in plaats van een DOEM-denker. Ik kan het iedereen aanraden, lachend, uit Compassion - met mededogen met degenen die dat niet kunnen opbrengen.'
http://www.simonvinkenoog.nl/

zaterdag 13 juni 2009

Heden

Ik lief het zijn
niet het worden
of hoe het was

Ik lief het hier
en nu ter plaatse

Ik lief het leven
als het is

Ik lief de morgen
en het gisteren
maar meer nog
lief ik het moment
van de dag
waarop ik leef

Mijn leven
is geen ode aan later
of de verleden tijd

Ik lief het zijn
niet het worden
of hoe het is geweest

Ik neem vandaag
voor lief

vrijdag 12 juni 2009

Zoetekauw



Begin jaren negentig werkte ik als afwasser/toetjeskok in restaurant Elckerlyc aan de Zadelstraat 10 in Utrecht. Daarna zat in het pand een bistro genaamd Tienhof en momenteel is er gevestigd coffee & sandwichbar Seven 2 Seven.
Aan de 'kouwe kant', zoals mijn plaats in de kleine keuken werd genoemd, schampte mijn leven de kookkunst. Mijn culinaire belangstelling was beperkt. Ik wilde geld verdienen. Wat ik nog me nog levendig herinner zijn de eenzame uren boven de spoelbak. Het ene moment een vette pan schrobbend, het andere een toetje gereed maken. Nauwelijks de handen schoon na gekookte kalfstongen ontdoen van de buitenste laag, kliefde ik een passievrucht als garnering voor ijs, of drapeerde physalis bovenop een spoom. Nogmaals, ik wilde geld verdienen. Dat er als lid van de witte brigade een wereld voor me open ging, realiseer ik me pas een kleine twintig jaar later. Een minder autistische opstelling, en beter contact met de jongens aan de warme kant had me tot op de dag vandaag geknoei in de keuken gescheeld.
Op een kleine oppervlakte mijn draai vinden is nooit een sterke kant geweest. Non-verbaal bakende ik mijn territorium af. Eenmaal markeerde ik als toetjeskok mijn domein op geheel passende wijze. De eerste keer dat ik zelfstandig de kop van de slagroomspuit met lachgaspatronen draaide plofte de slagroom in het rond. En kon ik extra schoonmaken. Later raakte ik er bedreven in. De enige creativiteit die ik aan de dag legde was de toenemende dosering suikerwater in de slagroomspuit. Als zoetekauw bepaalde ik mijn eigen smaak. Tot ergenis van de chef die me eens onder luid getier opnieuw een spuit liet vullen.

donderdag 11 juni 2009

Dingstad

Dagelijks besprongen en bezongen
Kanaleneiland Noord tot Museumkwartier
fun, feel good oftewel vertier
veel vreemdelingenverkeer bedwongen

Stad vol leuke dingen
vermaak in cijfers uitgedrukt
met meer en meer pas goed gelukt
bezoekers staan te dringen

Utrecht verworden tot variété,
in belang van goede zaak,
gaat voorbij aan romancier

omdat concept en ding
bedacht als ijdele taak
het échte ding verving

woensdag 10 juni 2009

Buiten



Oeps, helemaal vergeten. Het is Nationale Straatspeeldag. In héél Nederland wordt de straat van de kinderen. Toevalllig was ik veel op straat vanmorgen. Eerst per stationwagon van Zweedse makelij en vervolgens op de vouwfiets. De meeste kinderen die ik zag zaten in de auto. Achterin bij papa of mama op weg naar school.
Veilig Verkeer Nederland roept alle kinderen en hun ouders vandaag 'de straat af te zetten en uit protest op straat te gaan spelen'. Het is een jaarlijkse actie tegen verkeersonveilige situaties. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en kindertelevisiezender Nickelodeon ondersteunen dit initiatief door op dezelfde dag de Landelijke Buitenspeeldag te organiseren. Nickelodeon wil best één dag per jaar het buitenspelen stimuleren maar hoopt de rest van het jaar dat hun doelgroep de godganse dag weer binnen aan de buis gekluisterd zit.
Op de site van Veilig Verkeer Nederland lees ik pas na een uiteenzetting van de volwassen boodschap iets over de kinderen zelf:
'Maar natuurlijk is de Nationale Straatspeeldag vooral ook een groot kinderfeest'.
Thema van de Nationale Straatspeeldag is 'zebra'. Zijn dat soms die witte strepen op het wegdek waar vroeger auto's voor stopten als er een voetganger overstak?
Het zal mij benieuwen hoeveel verkeersregelaars vandaag voor de sokken gereden worden. Autobestuurders en motormuizen zijn allergisch voor afzettingen en ander oponthoud. Rijdend Nederland wil koste wat kost ruim baan.
"Maar edelbachtbare, het wordt alsmaar drukker op de weg en steeds lastiger om van A naar B te komen. Ziet u, kinderen horen niet op straat. Toevallig zag ik dat jongetje over het hoofd toen ik gas gaf voor de drempel", voert een of andere verkeershufter ergens in een rechtbank tijdens Nationale Straatspeeldag ter verdediging aan.
Elke dag is het Nationale Straatspeeldag. In héél Nederland is de straat van de grote mensen die met hun speeltjes in de weer zijn. Kinderen komen er met dat ene dagje maar bekaaid van af.

dinsdag 9 juni 2009

Liefdesperikelen

De liefde. Misschien een onderwerp dat minder bedeeld is in mijn leven. Een blik in de spiegel leert dat ik op het eerste gezicht weinig op heb met de liefde. Die verschuilt zich ergens, achter een decorum. Het is voor mij moeilijk om liefde handen en voeten te geven. Mijn hoofd zit er echter vol mee. Dat is precies het dilemma, want is liefde een hoofdzaak of een toestand waar het hart van vol is? In de eerste plaats is mijn hart een holle spier die het bloed door mijn lichaam pompt. Zal met die rode vloeistof ook de liefde zich verplaatsen in mijn lijf?
Van Dale omschrijft liefde als 'warme genegenheid'. En bij diverse betekenissen van warm keren 'hartelijk' en 'hartstochtelijk' terug.
Liefde is onmiskenbaar iets van mens tot mens en sorteert een aangenaam aandoend effect. Dat effect, van de liefde in mijn leven, tracht ik de laatste tijd in taal te duiden. Aangezien het vooralsnog een particuliere zoektocht is, heb ik er op deze plaats al genoeg woorden aan gewijd. Mijn liefdesperikelen bewaar ik voor een afspraak tête à tête.

maandag 8 juni 2009

Uitgekauwd



Schouders naar achteren, hoofd rechtop. De blik fier vooruit gericht. Ooit adviseerde men mij zo over straat te gaan. Zo min mogelijk omhoogkijken en al helemaal nauwelijks naar de grond. In de goot valt immers weinig te zoeken. Hooguit afval, hondenpoep en uitgespuugde kauwgom.
Zelf ben ik al jaren lang uitgekauwd en verwonder mij over de vlektyfus van de straat, op perrons en andere voetgangersdomeinen. Zwarte, bruine, grijze vlekken vastgeplakt op stoeptegels en asfalt.
Kauwgom is mijn inziens overschat als snoepgoed. De smaak verdwijnt alras, bijkans gevolgd door RSI rond de kaakgewrichten. Wat heb je überhaupt aan snoep dat je niet kunt inslikken?
Het is meer dan gebruikelijk om de taaie resten op de grond te gooien of uit te spugen. Een welhaast symbolische daad: de openbare ruimte is kennelijk om op te spugen. Een daad die massaal met de mond beleden wordt. Zo krijgen we spum, een neologisme dat na een oproep in 2004 in NRC Handelsblad werd aangedragen. Met de 'Ban de spum' ben ik al tijden bezig. Een eervolle inzet voor de mensheid waarvan ik zeker weet dat het geen bal helpt

zondag 7 juni 2009

Watertanden



Een uitnodiging om al likkebaardend naar uit te zien. De jarige job vraagt een gezelschap heren om te komen lunchen op het terras van het Amstel Hotel. Vertegenwoordigers van oude, jonge, zware en luchtige vriendschappen voelen zich vereerd.
Zelden genoot ik zo lang van een voorgerecht. Royal Fruit de Mer “Amstel” met kreeft, Bretonse oesters, garnalen, krab en venusschelpen.
Over de Amstel voeren allerlei pierremegoggels voorbij. Hoogste tijd voor gebraden lamsrugfilet met Hollandse asperges.
De herinnering aan een mooie middag met vijf sterren doet me watertanden.



zaterdag 6 juni 2009

Opwinding

Mijn vrienden maakten zich vrijdagmorgen vroeg vrolijk over dé foto's van Berlusconi. Via e-mail werden hooguit enkele korte wetenswaardigheden als begeleidende tekst uitgewisseld. Wat moet je eigenlijk vermelden als beelden voor zich spreken? Aan de foto's valt weinig toe te voegen. Gebeurde dit wel dan werd schuttingtaal nadrukkelijk vermeden. Iemand had het over een 'gestrekt derde been'. Het NRC omschrijft één van de vijf opmerkelijke foto's alsvolgt: 'Op een ander beeld figureert een naakte man in opgewonden staat.'
Die naakte man is naar alle waarschijnlijkheid de Italiaanse premier.
Nu een regeringsleider in vol ornaat gefotografeerd werd, met het geslacht zichtbaar in de aanslag, zijn de formuleringen opvallend bedachtzaam. Misschien vanwege plaatsvervangende schaamte. Of toch uit zeker respect, met name bij mannen. Allereerst vanwege het aangename gezelschap waarin Il Cavaliere (de ridder) zich bevond. Daarnaast lijken zijn zwellichamen nog prima te functioneren. Al dan niet met ondersteuning door Viagra. Hoe dan ook, zo'n tafereel kan ik me bij Balkenende, Bos of Rouvoet nauwelijks voorstellen. Zitten zij uberhaupt wel eens in een jacuzzi?
De 'naakte man in opgewonden staat' zorgt voor veel opwinding. Hij staat er gekleurd op. En toont zich zelfs in adamskostuum met de juiste snit.

vrijdag 5 juni 2009

Postbus



Tussen de twee leeuwen bij de ingang door liep ik in en uit. In het hoofdpostkantoor aan de Neude kocht ik postzegels ("Zonder de koningin alstublieft"), stortte geld, nam veel meer geld op, sloot reisverzekeringen af, bood pakketjes aan en stond in de rij voor een van de loketten. Enige tijd huurde ik er een postbus. In de hal bracht ik al met al uren en uren door.
De naam hoofdpostkantoor heeft iets voornaams. Alsof je daar handelingen verricht waarvoor een gewoon postkantoor te eenvoudig is. Een cheque verzilveren in de stijl van de Amsterdamse school geeft grandeur. Een pakketje laten wegen onder hoge parabolische bogen maakt het frankeren extra gewichtig.
Nu is het gebouw van Fortis Vastgoed en verdwijnt na 85 jaar de bestemming van postkantoor. Detailhandel zal hier hoogtij vieren. Een van de zes arduinen beelden in de hal gaat over de handel en welvaart. De beeldhouwer Hendrik van den Eijnde had hiermee een profetische blik.

donderdag 4 juni 2009

Poepie



Er is een plaats in het politieke spectrum waar ik me thuis voel. Om precies te zijn in het huis van het liberalisme, dat vele kamers kent, vind ik al jaren mijn eigen weg. Daar bevindt zich sinds de lessen staatsinrichting op de middelbare school mijn positie in de één-dimensionale indeling op de politieke links-rechts as. Op loopafstand van de linkse kerk, moet ik eerlijk toegeven.
Voor de Partij voor de Vrijheid (PVV) ben ik daarmee - na de islam - een deel van een ‘groot probleem’. Daarom wil Geert Wilders mij op deze verkiezingsdag ‘een poepie laten ruiken’. Hij roept de PVV-achterban op om massaal te gaan stemmen. Met klem roep ik ook de kiesgerechtigden buiten de PVV-achterban op om te gaan stemmen. Om met de woorden van Wilders te spreken:
“Thuisblijven is zwijgen.”



woensdag 3 juni 2009

Aangespoeld



Daar, waar het Amsterdam-Rijnkanaal de oude van de nieuwe stad scheidt, ligt het strand genaamd Stadsstrand Oog in Al. Vanuit je Krachtwijk of Vogelaarwijk stap je zo op de fiets voor een dagje strand. Zonder in de file te staan. Alleen die bewoners zie ik niet. Hier komt het hippe horecapubliek uit de binnenstad en bewoners van studentenhuizen.
De stralende zon doet de kunstmatige uitstraling snel vergeten. In het binnenland is gewoon een afgebrokkeld stuk kust aangespoeld. Als een verdwaalde dolfijn.
Pootjebaden kan alleen denkbeeldig want het kolkende, klotsende water is streng verboden. Rijnaken en duwboten varen af en aan. De exploitant bekommert zich vast en zeker meer om de omzet dan om drenkelingen. Een badmeester is trouwens nergens te bekennen. Geen baywatch maar bierwacht, achter de bar.
Het strand ligt er. Maar waar is de stad? Het terras blijft leeg. Terwijl het na werktijd is op een dinsdagnamiddag. De kok leeft zich in arren moede uit op de bestelling van een portie bittergarnituur. Wellicht schuwen badgasten de wind. Nu ja, in voorkomende gevallen is het stadsstrand voorhanden. Net als in Venlo, Zoetermeer en Heerhugowaard. Met een strand tel je mee en ligt voortaan elke stad aan zee.


dinsdag 2 juni 2009

Navel

Samen met mijn zoontje van vijf graaf ik graag een kuil op het strand. Ze zullen wel denken dat we Duitsers zijn, schiet het door mijn hoofd. De drang om kuilen te graven komt vast en zeker omdat ik voor een zestiende deel 'van Duitsen bloed' ben, stel ik schaamteloos vast.
Wij hebben in elk geval plezier. Hoewel we als 'werkmannen' onze taak bloedserieus nemen. Er zijn collega's elders aan de Noordzeekust die er geld mee verdienen. De gemeente Katwijk en lokale ondernemers huren dit seizoen studenten in om kuilen te graven. Een extra service voor Duitse badgasten. Voor mijn zoontje en mij gaat er niets boven een met eigen handen (en schop natuurlijk) gecreëerd gat. Dat ons na gedane arbeid als navel van de aarde aanstaart.
Zelf ben meer ik meer van het grove grondverzet. Werkman Boudewijn helpt mee waar hij kan en bouwt ondertussen bankjes, trappetjes, torentjes of een zolder.
We gaan door tot het gaatje, dat wil zeggen, tot we het zat zijn. Soms geloven we een eind op weg te zijn naar 'down under'. Mijn zoontje verdwijnt bijkans ondergronds. Zelfs rechtopstaand is zijn kruin nauwelijks zichtbaar. Onledig over de ideale hellingshoek van dertig of veertig graden graven we door. Tegen het instortingsgevaar nemen we ferme maatregelen. Als we klaar zijn, gooien we 'm gewoon weer dicht.

maandag 1 juni 2009

Uitpakken



De weergoden pakten flink uit met Pinksteren. En wij ook maar zoveel zon paste niet achterin.