Een poos geleden, ik het nog wel zelf meegemaakt, was het ongebruikelijk om in gezelschap over geld te praten. Tenzij je in een aandeelhoudersvergadering zat natuurlijk, of in een adviesafspraak bij de bank. Op feesten en partijen was het onderwerp taboe. Onder meer om de gesprekspartner, die het mogelijk minder breed had, niet in verlegenheid te brengen met koketterie over bezit.
Zou je vandaag de dag die ongesproken regel opnieuw invoeren heerst er ineens doodse stilte. De meeste gesprekken zullen gestaakt worden. Het lijkt wel of geld het enige onderwerp is. Een expliciet etaleren van eigen geld en eigendommen. Of redetwisten over voordeel, korting en besparen. De gretigheid waarmee mensen hun tekortkoming, hun verlies- en winstrekening, zo openlijk delen. Iedereen schijnt verstand van zaken te hebben, is bedrijfsrekenaar en economisch analist tegelijkertijd. Het lijkt wel of we het nergens anders meer over kunnen hebben. De moderne mens zit de godganse dag te kruidenieren, is uitsluitend bezig met boekhouden. Om zich vervolgens te beklagen dat ze geen tijd hebben. Terwijl ze elke dag 24 uur cadeau krijgen. Een jaar met vier seizoenen er bij. Helemaal voor niks.
De echte crisis is volgens mij de geestelijke armoede. Dan denk ik weer aan de dichtregel van Lucebert. 'Alles van waarde is weerloos'. De dichter was geen econoom. Toch sprak hij een waar woord.
1 opmerking:
Is dat de reden van je impulsieve adviesgesprekverzoek én van het even impulsieve afzeggen daarvan?
Een reactie posten