Voet op vreemde bodem zetten betekent een eerste blik op de luchthaven. Die bij de stad ligt, deze stad kent achterland, het achterland een continent. Zo weet ik altijd waar ik ben.
De Bosatlas liet het me zien. Alles is in perspectief aan te wijzen. Dat zag ik ten slotte in de atlas in mijn ouderlijk huis, die mij de indruk gaf dat je met land kon kaarten. Dat de wereld spelenderwijs te bedwingen was. In het dorp was geen vliegveld, wel een station.
In mijn kamer hoorde ik de stoptreinen in de verte gaan en komen. In beide richtingen. Het stelde me gerust, elk half uur te kunnen instappen. Op weg in westelijke of oostelijke richting.
Het geluid van de laatste trein klonk anders, zo definitief. Alsof er geen weg terug was en ik moest blijven waar ik was. En veraf onbedwingbaar leek. Voor altijd veroordeeld tot dichtbij ging ik slapen.
Wat was ik blij als ik de volgende morgen een trein hoorde.
5 opmerkingen:
Wat ben ik blij dat ik in mijn ouderlijk huis geen bosatlas nodig had van het bos waarbij ik woonde. En wat ben ik blij dat ik in mijn kamer de laatste en eerste vogels hoorde fluiten, in alle richtingen. Wat moet dat alles een gemis zijn geweest voor Blootspoor en hoever moet je zijn gezakt om blij te zijn als je een trein hoort?
In een klein boeren- en tuindersdorp, dat aan het spoor ligt hoor je als het stil is (in elk geval 's avonds en 's nachts) nu eenmaal de treinen.
Dat het spoor door het groene hart loopt, langs weidegebied, boomgaarden en akkerland doet het geluid juist verder dragen. Bij bepaalde windrichting was daardoor ook de ginds gelegen A2 hoorbaar.
In de Randstad 'echoot' het transport over land en door de lucht langs alle gevels. En overstemt zo nu en dan zelfs de vogels.
Behalve strand, zee en bergen waren vrijwel alle vormen van al dan niet gecultiveerde natuur op loop- en fietsafstand ruim voorzien.
De schijtvogels rond mijn ouderlijk huis maakten het sommige seizoenen zo bont met hun takkenherrie dat ik er zelfs wakker van werd.
Van enig gemis in dit opzicht, zo stel ik bosjesman Hans gerust, is dan ook geen enkele sprake.
Bovendien, minder letterlijk en meer tussen de regels door gelezen, is een andere duiding van de tekst voorstelbaar. Maar het is mooi om vast te stellen dat ieders perceptie een andere is.
Voor wat betreft duiding van de tekst, is deze qua stijl een beetje passé.
Voorts is het al erg genoeg dat in dit (door de linkse politici) overvol (gemaakte) landje haast nergens meer rust heerst, zelfs niet op de Sperwerkamp, alwaar je des nachts ook al alle mogelijke klimaatapparatuur hoort zoemen, ruizen en brommen.
Eigenlijk is die Bloothooi gewoon een dwarsligger...
Bijzonder dat je de trein weer op de volgende morgen hoorde!
Een reactie posten