'Zegt 't voort, zegt 't voort
hier spreekt de Hertog
van het Hoge Woord'
Zo zag ik tijdens veelbelovende dagen mijn introductie als dichter voor me. Eigenlijk bedoelde ik Groothertog. In die hoedanigheid zou ik heersen over mijn woordenschat, mijn rijkdom aan baanbrekende poëzie. En deze delen tot in alle uithoeken van de lage landen. In navolging van Lucebert, die zichzelf als Keizer der Vijftigers bekroonde, zocht ik een passend predikaat. Het had ook Doorluchtige Dichter kunnen zijn. Nee, zo luidde de plechtige belofte, ik zou heus niet naast mijn Crockett and Jones gaan lopen.
'Ach, noem me maar gewoon Groothertogelijke Hoogheid.'
Er deed zich een praktisch probleem voor. Ik sjeesde als student Nederlandse Taal- en Letterkunde. De academische titel doctorandus kon ik op mijn buik schrijven. Mijn dichterschap stokte na enkele keren goedbedoeld dilettantisch declameren. Een bundel bleef uit, evenals als de gedroomde doorbraak.
Ben een doorsnee burger gebleven. Een doorluchtige doorzonbewoner. Die met een Bachelor's diploma een B. achter z'n naam mag zetten. Of bc. voor de naam. Dat staat voor baccalaureus. Beter is het om dergelijke rangen van tweede garnituur onvermeld te laten.
Naar het schijnt mag je vandaag de dag een titel voeren zonder dat je het bent. Mmm. Even dacht ik er aan om Groothertog Van Het Hoge Woord alsnog te gebruiken. Ahum, na ampel beraad heb ik besloten nog geen aanspraak te willen maken op deze obligate kwalificatie.
3 opmerkingen:
Duidelijk de studie Nederlands niet afgemaakt; een hertog is/was een Germaanse legeraanvoerder.
En boekenwurm Bloothooi heeft nimmer zijn dienstplicht vervuld...
Oorspronkelijk wel. Vanaf 10e eeuw 'begint de titel erfelijkheidskenmerken te vertonen, onder meer doordat het ambt vaak binnen één stamgeslacht verankerd bleef', zo weet althans Wikipedia te melden.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Hertog
http://nl.wikipedia.org/wiki/Groothertog
Op de tweede zin ga je héél politiek niet in...
Een reactie posten