zondag 6 januari 2013

Hoe gaat het?

Bij binnenkomst schudden we de hand. Ik vraag hem: 
'Hoe gaat het?'
Zonder belet waai ik aan, bij iemand in verre van florissante omstandigheden. Wat kan de reden zijn dat ik de vraag stel terwijl het antwoord bekend is?
Beter was geweest om te vragen: 'Hoe gaat het vandaag met je?'

Mijn entree is overrompelend. Een man van middelbare leeftijd die het ogenschijnlijk voor de wind gaat, steekt zijn blakende hoofd om de hoek. 
'Joe-hoe!'
Hollands welvaren stapt onverwacht binnen. Een tragiek-toerist. Goed, je informeert oprecht naar iemands welzijn. Terwijl zijn verschijning al antwoord geeft. Het gelaat spreekt boekdelen. Hij ziet er beroerd uit.
Ik overval hem misschien. Met mijn te veel, mijn te goed. Voel me ongemakkelijk bij zijn ongemak. We brengen elkaar in verlegenheid. Ik weet ondertussen wel beter. Niets is wat het lijkt. Zelfs iemand met een vaste baan, ongebroken relatie, gezin en goede gezondheid kan zich belabberd voelen. Of neerslachtig. Misère kent verschillende niveaus.

Al is de vraag belangstellend bedoeld of louter beleefdheid. Het blijven woorden.
'Slecht', luidt zijn antwoord.
Volgende keer geef ik zwijgend een hand. En wissel een betekenisvolle blik. Of kijk hem begripvol aan.  

Geen opmerkingen: