Zo ik iets ben, ben ik een 'jasjesman'. Bij het ruimen van de zomerkleding telde ik een overdaad van twaalf exemplaren. In de stoffen linnen, katoen en seersucker met uiteenlopende kleuren. Voor elke gelegenheid altijd de juiste variant bij de hand. Neem een tuinfeestje of zomerpartijtje. De uitnodigingen hiervoor bleven overigens uit. Bij de feestjes die ik wel afliep was vrijetijdskleding voldoende. Minder jasjes volstaan dus ook. Het kledingstuk blijft wel verrekte handig voor opbergen van geld, pen en opschrijfboekje.
'Zit m'n jasje goed? Vader gaat op stap. Is m'n pochetje d'r?'
Uit: vader gaat op stap door Toon Hermans
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Posts
2 opmerkingen:
Zo, meneer Blootblazer, vertel eens, als de uitnodigingen voor tuinfeestjes of zomerpartijtjes uitbleven (hebt u er al over nagedacht waarom u niet werd uitgenodigd?), wat waren dan de feestjes die u wél afliep?
Zo u iets bent, beste meneer Bloothooi, bent u géén man, dus óók geen jasjesman. Althans, geen echte. Échte mannen klussen, staan niet in de keuken te tobben en gaan op de motorfiets naar hun werk. Dat werk bestaat meestal uit iets stoers en niet uit iets achter een bureau. Maar blijft u vooral uw mooie verzameling jasjes showen, als ware u een mannequin, dan bent u toch een beetje een man.
Een reactie posten