Hier ligt een bruggetje. Dat mij met lang geleden verbindt. De enige Nederlandse Paus, Adrianus de zesde, kocht het pand in 1517. Maar... ieder huisje heeft zijn kruisje. Het noodloot liet zich eeuwen later afzetten. Om gewichtig uit de limousine te stappen. Seyss-Inquart, Göring en Himmler hielden halt voor deze deur. Hun rechterarm geheven. De hakken van glimmende laarzen tegen elkaar. ‘Klak’, klonk boven de Kromme Nieuwegracht. Zoals protocollair vereist. Het huis vol historie ziet het plechtig aan.
Limousines rijden af en aan. Tot op de dag van vandaag. Nu vergaderen andere hooggeplaatsten of laten lieden zich in echt verbinden. Hoera voor het huwelijk tussen heden en verleden. Het al houdt al vele oorlogen stand.
1 opmerking:
Grappig, dat alleen uit de staatsruif vretende lieden van enige betekenis "hooggeplaatsten" worden genoemd. Deze titel zou eigenlijk voorbehouden moeten zijn aan degenen die het inkomen van de "hooggeplaatsten" betalen, zoals bijvoorbeeld de baas van Shell.
Maar telkens valt het mij weer op dat belangrijke ambtenaartjes en meer van dat grut bekakter praten en doen dan de simpele baas van een multinational. Ook de adel, die is meer vertegenwoordigd in het openbaar bestuur dan in het bedrijfsleven. Hoe zou dat toch komen?
Een reactie posten