Wanneer Duco Witman met een meerdere spreekt, ligt zijn vulpen in de aanslag. Alsof hij daarmee zijn slagkracht toont en stelling neemt. In de koude oorlog tussen medewerker en leidinggevende
‘Pas op want ik schrijf het op!’, lijkt de wapenspreuk.
‘En alles wat ik schrijf is trefzeker.’
Witman spreekt al zijn hele leven lang met meerderen. Hij heeft een talent om de mindere te blijven. Een ongrijpbare God, een B-heilige die alleen zichzelf vereert. In een streven bovennatuurlijk te zijn maar bovenal een doodgewoon wezen blijft.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten