‘Wat zegt een naam?’
Bij de ingang van het theater zegt een naam genoeg. Als je de naam van broeder Lorenzo mag noemen. En ze zien dat er vrijkaartjes gereed liggen. Dan is een naam toch wel zo gemakkelijk. Dankzij de buurman, van beroep acteur, die een prominente rol speelt in Romeo en Julia.
Voor de spelers, zo begrijp ik na afloop, is het een ‘rustige zaal’ wat zo veel wil zeggen dat ze voor een keurig publiek spelen. Daartussen zit ik keurig buurman te wezen. Hoe hard ik ook klap, en als claqueur jeu wil geven, ontstijgt het goedgemanierde publiek nauwelijks de ovatie door een provinciale zaal vol nette mensen.
"B'vo", mummel ik.
"B'vo". En ik meen het.
4 opmerkingen:
Wat ik mij afvraag, Blootmunt, zou je ook zijn gegaan als je moest betalen?
Ja natuurlijk.
Écht? Geloof ik niks van. Niks zo taai als toneelstukken, vooral die van Schudspier.
Zeg Blootbühne, vertel mij alstublieft dat het publiek gewoon bleef zitten. Want zelfs de simpelste b-stukjes krijgen tegenwoordig al een "staande ovatie", hetwelk nog niet zo lang geleden slechts was voorbehouden aan de écht grootse uitvoeringen van de beste schrijvers met de écht groten der Nederlandsche toneelweereld.
Een reactie posten