In het cafe billard zoekt Duco gezelschap en naar woorden. Woorden om de weerzin te beschrijven die hij waarneemt bij de benadering door zijn oom. De benadering blijft beperkt tot elektronische post. Eens in de vijf jaar een bericht. Oom Armin heeft een hekel aan hem. Zelfs in een kattenbel leest hij Duco de les. Een levensles in beter weten.
Het handjevol klanten praat aan het enige ronde tafeltje en klaverjast een potje.
“Nog een bier dan, Edwin”, Duco spreekt de woorden uit alsof hij een conclusie trekt. Een voorlopige dan. Als aankondiging van zijn vertrek na een bezoek dat ook geen soelaas biedt. Nog steeds ziet Duco geen kans om te vertellen hoe afkeer leest tussen de regels door.