Wie ben ik om Vinexwijkbewoners hun woongenot te misgunnen? In artikel 25 van de Universele verklaring van de rechten van de mens staat immers geschreven:
‘Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding, huisvesting enzovoorts, enzovoorts.’
Een eigen huis, een plek onder de zon, is goud waard. Ten minste, als je de makelaars, bankiers en hypotheekadviseurs mag geloven. Wonen is behalve een recht vooral ook business. Zelf was ik ooit aspirant Vinexbewoner. Zo stond ik begin 2000 op de lijst van de projectontwikkelaar voor een woning van het type Nijenrode. Het heette voorinschrijving te zijn die naarmate de tijd vorderde meer en meer een echte inschrijving werd. Het aantal brieven en telefoontjes van de vastgoedonderneming nam toe.
De lichte drive-inn-woning met veel glas, een vide, de mogelijkheid voor een dakopbouw met het aanzien van een penthouse, wekte onze belangstelling. Grote enveloppen met prachtig vormgegeven brochures pasten nauwelijks in de brievenbus. De woningen op de artist impression imponeerden ons. De maquette ook, die we op een voorlichtingsdag mochten bezichtigen. Wat we in de beoogde straat zagen was een voormalig weiland met hoog gras dat bouwkavel werd genoemd.
Het is lastig om een huis te kopen op basis van een kleurplaat en de Madurodam-uitvoering. Tonnen neertellen voor iets dat er nog niet is lijkt tricky. Want wat heb je dan? Als het ooit afkomt een instapmodel waar nog alles aan moet gebeuren. De plaatsen van de wateraansluiting en de elektriciteit op de bouwtekening waren zo onhandig gekozen dat er opzet in het spel leek. Immers, hoe onhandiger de plaats, hoe meer klussen en beunen met de daarmee gepaarde gang naar bouwmarkten. Of beter nog, hoe meer aannemers, loodgieters en elektriciens aan de slag kunnen. Allemaal doorgestoken kaart denk ik dan als afhankelijke leek met twee linkerhanden.
Jaren na de oplevering zijn we eens gaan kijken. We schrokken van de dichtbebouwde omgeving, de weinige parkeerplaatsen en de krappe ruimte in de straat. De ruime opzet van de artist impression was ver te zoeken.
Bij een makelaar staat zo’n type woning momenteel aangeprezen als ‘een onder architectuur gebouwd royaal herenhuis met een bijzondere uitstraling door het gebruik van duurzame materialen zoals geglazuurde bakstenen en red cederhout.’
Zo had ik aan de Schoenlappervlinder in Parkwijk kunnen wonen, vlakbij het Prinses Amaliapark, ware het niet dat ik domicilie koos in een ‘ruime, goed onderhouden tussenwoning’ in een dorp ver weg van de Vinexwijken. En dat in de top dertig staat van het jaarlijkse Elsevier-onderzoek naar beste woongemeenten waarin Vinex verzuimt te scoren.
1 opmerking:
Hugo, wat aanvankelijk leuk begon, wordt nu gezeur. Ik adviseer je dringend het te laten bij deel drie.
En voor wat betreft die top dertig, dat klinkt net iets te positief voor een gemeente die supersnel zakt in de statistieken van prettigste gemeente om in te wonen.
Een reactie posten